Wanneer gebruik je een hoofdletter?

Wanneer gebruik je een hoofdletter?

Inmiddels hebben heel veel mensen de test Nederlandse taal op mijn site gemaakt. (mocht je deze nog niet gedaan hebben: test Nederlandse taal) De test bestaat uit meerdere onderdelen. Veel mensen gingen de fout in bij hoofdlettergebruik. Het lijkt erop dat we graag hoofdletters gebruiken, ook daar waar ze niet horen. Dit stamt waarschijnlijk nog van vroeger. Vandaag de dag kun je beter de kleine letter als regel zien en de hoofdletter als uitzondering.

Om je een stuk op weg te helpen heb ik op een rij gezet wat de meest voorkomende situaties zijn wanneer je een hoofdletter gebruikt en ook wanneer je deze niet moet gebruiken.

Hoofdlettergebruik

1.    Aan het begin van een zin
Het eerste woord van een zin begint met een hoofdletter. Als een zin begint met een apostrof, dan krijg het eerstvolgende woord een hoofdletter. Als zinnen beginnen met een cijfer of symbool, vervalt de hoofdletter.

  • ’s Middags gaan we altijd zwemmen.
  • 8 dagen geleden was het nog mooi weer.
  • $ 10.1 gaat over de hoofdletter aan het begin van een zin

2.    De eerste letter van een naam
Voor- en achternamen schrijf je met een hoofdletter. Tussenvoegsels schrijf je met een kleine letter, tenzij er geen voornaam of voorletter voor staat, in dat geval krijgt het eerste tussenvoegsel een hoofdletter. Initialen schrijven we ook met hoofdletters.

  • Annie de Bruin
  • mevrouw W. de Wit
  • meneer Van Dijk
  • mevrouw Van der Geest
  • H.V. de Zwart

 3.    Aardrijkskundige namen
Namen van landen, steden, bergen, zeeën, rivieren, kortom alle aardrijkskundige namen schrijf je met een hoofdletter, net als de samenstellingen en afleidingen van deze namen.

  • Noord-Hollandse gerechten
  • Japanse bevolking
  • Haarlemse winkelstraat

Een uitzondering op deze regel vormen woorden die van aardrijkskundige namen zijn afgeleid. Het gaat hier om woorden waarbij de plaats van herkomst niet meer centraal staat. Deze woorden drukken een algemeen begrip of soort uit. Daarom krijgen ze een kleine letter.

Juist is daarom:

  • We eten vanavond chinees.
  • We drinken een glaasje bordeaux.
  • In Amsterdam staan veel amsterdammertjes.

4.    Namen van talen en dialecten
Namen van talen en dialecten schrijf je ook met een hoofdletter. Ook hier geldt hetzelfde voor samenstellingen en afleidingen van deze namen.

  • Nederlands
  • de Nederlandse taal
  • Limburgs, Duitstalig, Franse les

5.    Namen van specifieke bevolkingsgroepen
Alle volkennamen krijgen een hoofdletter. Daarom schrijf je Jood, Arabier, Viking, Eskimo en Vlaming. Ook een hoofdletter krijgen woorden als: Eskimohut, Berberse kleding en Vikingboot. Deze regel gaat alleen op als je verwijst naar een volk of een persoon die tot dat volk behoort. Bedoel je een religie (bijvoorbeeld het jodendom), of een aanhanger daarvan (een jood), dan krijgt het woord een kleine letter, net zoals christen, moslim en hindoe. Hetzelfde geldt voor een etnische groep: indiaan, zigeuner. Deze groep wordt ook met een kleine letter geschreven.

  • Duitser
  • Eskimo
  • Maya’s
  • latino
  • zigeuners

6.    Heilige personen en objecten
Personen en zaken die we als heilig beschouwen schrijf je met een hoofdletter. Ook als heilige personen of boeken in samenstellingen of afleidingen voorkomen schrijf je deze met een hoofdletter.

  • God
  • Allah
  • Koran

Maar let op: Bijbel met een hoofdletter verwijst naar de tekst; bijbel met een kleine letter verwijst naar een exemplaar van het boek. Ditzelfde geldt voor het woord koran.

De volgende zinnen zijn daarom goede zinnen:

  • De juffrouw pakte haar bijbel uit de kast.
  • Mijn vaders koran is prachtig versierd.
  • Het was een indrukwekkende Bijbellezing.

 Religies en aanhangers van geloof schrijven we met een kleine letter.

  • christenen
  • boeddhist
  • islamitisch

7.    Feestdagen 
De namen van officiële feestdagen schrijf je ook met een hoofdletter. Maar zodra je een samenstelling maakt met een naam van een feestdag, verandert de hoofdletter in een kleine letter.

  • Pasen
  • Moederdag
  • Nieuwjaar
  • tweede paasdag
  • kerstvakantie

 8.    Namen van historische gebeurtenissen

  • De Tweede Wereldoorlog
  • De Slag bij Arnhem

9.    Namen van gebouwen, verenigingen, merken, producten en bedrijven

  • de Europese Unie
  • de Hoge Raad
  • ministerie van Binnenlandse Zaken
  • de Tweede Kamer
  • Coca-Cola

10.  Vorstelijke personen en staatslieden als de staatsrechtelijke functie bedoeld wordt
Als het over de persoon zelf gaat, dan schrijven we het met een kleine letter.

  • Staatssecretaris van Volksgezondheid
  • burgemeester Bakker
  • minister Jansen
  • prinses Beatrix
  • koning Willem-Alexander
  • Zijne Majesteit
  • De Koning
  • Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander (dit is een uitzondering en schrijf je wel met hoofdletters)

11.  Als de naam van de afdeling in de functienaam wordt genoemd

  • medewerker Personeel & Organisatie
  • hoofd Public Relations en Voorlichting

12.  Citaten
Henk zei: “Vanavond eten we patat!” Maar let wel op, als het geen citaat is, maar bijvoorbeeld een gedachte, dan schrijf je het zonder hoofdletter: Henk dacht: vanavond gaan we patat eten.

 En wat schrijf je dan met een kleine letter

Functies en titels

  • burgemeester
  • minister van Financiën
  • dagelijks bestuur
  • ondernemingsraad
  • rechtbank van Utrecht
  • secretaresse
  • directeur

Onderwijstypen

  • atheneum
  • havo
  • pabo
  • kunstacademie

Uitzondering: Als binnen de eigennaam van een school of scholengemeenschap zo’n woord of afkorting voorkomt, kan die een of meer hoofdletters krijgen.

  • de Hogeschool van Amsterdam
  • het ROC Zadkine

Tijdsperiodes

  • februari
  • augustus
  • zaterdag
  • middeleeuwen
  • lente

Vond je deze informatie nuttig? Laat dan een bericht achter. Ook als je nog toevoegingen hebt, hoor ik dat graag.

Succes met toepassen.

Groeten,

Heleen Valkema